ITEA is the Eureka Cluster on software innovation
ITEA is the Eureka Cluster on software innovation
06 September 2002 · Source: Bits & Chips · Download PDF

Machine-industrie grote afwezige in Embedded Systems Roadmap van Progress

[publication:154]

© 2002 Bits&Chips

 

René Raaijmakers

 

6 september 2002 - Het komende halfjaar zal de minister van EZ een besluit nemen over voortzetting van embedded systems research onder de paraplu Progress (PROGram for Research on Embedded Systems & Software). Weinig lijkt een nieuwe injectie van overheidsgeld in slimme systemen in de weg te liggen, want Progress geldt in Den Haag als een schoolvoorbeeld van geslaagde samenwerking tussen universiteiten en industrie.

 

Kees Vijlbrief, directeur Infrastructuur & Innovatie van het Directoraat Generaal voor Innovatie van EZ, steekt zijn lof over Progress niet onder stoelen of banken. Vijlbrief wijst op een in zuinig Nederland zeldzaam fenomeen: participerende bedrijven legden voor Progress-projecten meer onderzoeksgeld op tafel dan ze verplicht waren. ‘Vaak verwijst men naar Progress als voorbeeld van een geslaagde formule', zegt Vijlbrief over de bekendheid van het programma in het beleidscircuit.

 

Vijf jaar na de pijnlijke afwijzing van een technologisch topinstituut voor embedded systemen klinkt dit als muziek in de oren. We frissen nog even het geheugen op. In het voorjaar van 1997 werd een voorstel voor een technologisch topinstituut (TTI) Embedded Systemen van Philips, HSA (nu Thales) en de TU Eindhoven door EZ naar de prullenbak verwezen. De verontwaardiging was groot, want met dit gebaar keerde Den Haag de Nederlandse investering in de R&D voor miljardenmarkten de rug toe.

 

Destijds werd met de beschuldigende vinger gewezen naar het adviesbureau PA Consulting. De beoordelingsweegschaal die PA hanteerde was doorgeslagen naar het TTI Metalen. PA Consulting had namelijk de bedrijven die onder de Federatie Metaal- en Elektrotechnische industrie (FME) vielen op één hoop gegooid bij ‘metaal'. ‘Embedded' zou daardoor niet hebben geprofiteerd van het gewicht van de ‘elektrotechnische industrie'. Het voorstel TTI Metaal werd met deze weegfactor daarentegen versterkt.

 

Maar dat was niet het hele verhaal. Er bestond onder de indieners geen volledige overeenstemming met betrekking tot de organisatievorm van een TTI Embedded Systems - HSA wilde een virtueel instituut, terwijl Philips aandrong op een fysiek onderzoekscentrum. ‘De partners gaven in hun respons aan nog geen voldoende eenheid te vormen en waren hierdoor nog niet rijp voor een topinstituut', zei directeur H. Slijp van PA Consulting destijds in het Financieele Dagblad. ‘Er was nog weinig afstemming tussen industrie en wetenschap', zegt Vijlbrief van EZ daar nu over. ‘Dus het mislukte.'

 

Kort na deze deconfiture richtten de TUE zijn eigen Eindhoven Embedded Systems Institute op. Philips, HSA, Océ en Stork sloegen de handen ineen om onderzoek in embedded systemen bij wetenschappelijke instellingen uit te besteden.

 

Dat leidde nog in hetzelfde jaar tot het R&D-programma Progress. De technologiestichting STW, NWO en het ministerie van EZ maakten 5,5 miljoen euro vrij om de samenwerking van universiteiten, kenniscentra en bedrijven op het gebied van embedded systemen te bevorderen.

 

Vijf jaar later kan UvA-deeltijdhoogleraar Maarten Boasson, voorzitter van de Progress-programmacommissie en oprichter van Quaerendo Invenietis, tevreden terugkijken. ‘We wisten vaag wat het probleem was, maar niet precies', zegt hij. ‘We weten nu dat deze unieke samenwerking tussen universiteiten en bedrijfsleven echt werkt. We weten ook dat embedded systemen te groot is om in de volle breedte te onderzoeken. En ook dat de behoefte aan onderzoek eerder is toegenomen dan afgenomen.'

 

Met andere woorden: tijd voor een doorstart. De basis voor Progress II is inmiddels gelegd met het opstellen van de ‘Embedded Systems Roadmap 2002' (ondertitel ‘Vision on technology for the future of Progress'). Hiervoor boog een coreteam van elf embedded professionals onder leiding van roadmapper Ludwig Eggermont van Eggermont Consultancy uit Veldhoven zich een jaar lang over de materie. Het resultaat is een boekwerk van 178 pagina's dat richting moet geven aan het wetenschappelijk onderzoek en de ontwikkelingen van embedded systemen in Nederland.

 

Eric van Utteren van Philips Research staat bekend als de gangmaker die het roadmapping-proces op cruciale momenten door het dal sleepte. Hij gaf de Embedded Systems Roadmap een zetje met geld uit zijn eigen onderzoeksbudget. ‘De roadmap is in eerste instantie bedoeld als basis voor Progress II', zegt hij. ‘Daarom komt het coreteam ook voort uit de Progress-programmacommissie. We misten een graadmeter. We wilden weten waar we stonden en hadden behoefte aan een document waarmee we ontbrekende gaten konden opsporen. We hebben tegen Vijlbrief van EZ gezegd: Progress I is bedoeld om het veld te enthousiasmeren. In Progress II moeten we aan programmasturing gaan doen om gaten op te vullen en speerpunten te identificeren. Daar is een roadmap essentieel.'

 

‘De roadmap is een trigger om samen op een hoger plan te komen', zegt Kees van Mourik, die als directeur van het ITEA-office in Eindhoven bekend is met de Europa-brede ITEA-roadmap voor embedded systemen. Dit document diende als inspiratiebron voor het Progress-initiatief. ITEA (Information Technology for European Advancement) is een programma onder Eureka-vlag waarvoor (tot 2007) 3,2 miljard euro is gereserveerd om de ontwikkeling van embedded software te stimuleren.

 

De huidige Embedded Systems Roadmap kwam er vooral door steun van Philips en STW. Wim Hendriksen, jarenlang hoofd softwareontwikkeling bij ASML en mede-auteur van de Progress-roadmap, hekelt de afwezigheid van de grotere machinebouwers. ‘Waar blijft het bedrijfsleven als het gaat om embedded systems research?', vraagt Hendriksen. ‘Als je naar de Progress-programmacommissie kijkt, dan is er niet zoveel overlap met het coreteam van de roadmap. Ericsson hadden we verwacht en ook Philips Medical, Thales, Océ en Stork.'

 

Doordat de inbreng van Philips relatief groot was, wijzen de onderzoekrichtingen in de roadmap op dit moment voornamelijk in de richting elektronica-software ontwerpen van relatief kleine systemen. Door de afwezigheid van Thalessen, ASML'en, Océ's en de Ericssons in het coreteam komen onderwerpen als mechanica, robotica en systeemkennis voor telefooncentrales, wafersteppers of slagschepen minder aan bod.

 

Projectleider en editor Ludwig Eggermont, ook betrokken bij roadmapping bij Imec in Leuven, deelt Hendriksens kritiek. Weliswaar is oud-ASML'er Hendriksen gepokt en gemazeld in de softwareontwikkeling voor complexe machines, maar daaruit blijkt niet het commitment van de machinefabrikant uit Veldhoven, zegt Eggermont. Volgens hem is er voor een technologieroadmap directe betrokkenheid nodig van technisch managers die dagelijks met hun voeten in de modder staan. ‘Als je niet meedoet, komen je ideeën niet in de roadmap', zegt hij. ‘Als je het belangrijk vindt, dan doe je mee.'

 

‘Je moet er inderdaad voor zorgen dat de roadmap door deskundigen wordt gedragen', zegt Frans Beenker, projectdirecteur van het Embedded Systems Institute. Beenker was projectmanager bij Philips Medical Systems en is nu vanuit Philips Research bij het Embedded Systems Institute (ESI) gedetacheerd. Hij onderstreept het belang van de roadmap voor alle spelers. ‘Een technologieroadmap is de basis voor een productroadmap. Het biedt ze een kijk op de technologische ontwikkelingen en ze sluiten daar hun eigen geheime productroadmap op aan.'

 

Van Utteren van Philips Research valt dit drietal bij, maar hij vindt dat ook te veel hoogleraren het hebben laten afweten. ‘Voor de programmacommissie was dat een tegenvaller. Maar ja, wij beschikken niet over de agenda's van al die mensen.' Nu is de roadmap door de afwezige machinefabrikanten vooral een elektronica-aangelegenheid. ‘Maar er zitten veel meer aspecten aan embedded systemen', zegt Van Utteren. ‘Nu zijn vooral de Philips-georiënteerde product-assen aan bod gekomen. Dat vindt ik wel jammer, want ook voor Philips is dat bredere stuk belangrijk.'

 

Van Utteren is net als Boasson van mening dat de machinefabrikanten de huidige roadmap vrij eenvoudig kunnen uitbouwen tot een document waarin ook hun complexe systeemtechnologie aan bod komt. Overigens hebben ASML, Océ en het landelijke overkoepelende Embedded Systems Institute (dat nu vorm krijgt) de koppen al bij elkaar gestoken om hun problemen te bespreken. ‘We zetten samen een embedded control-project in de steigers', zegt een woordvoerder van Océ. ‘Daar komen een aantal punten uit de roadmap rechtstreeks in terug. Het is duidelijk dat we het belang van een nieuw Progress-programma zeker onderkennen.'

 

Progress I was succesvol. Zal Progress II dit gaan herhalen? ‘De industrie zal in de huidige economische situatie wellicht wat minder gretig middelen ter beschikking stellen', verwacht Van Utteren. Wat de overheid betreft hebben we het niet slecht getroffen, volgens de directeur van het ITEA-office Van Mourik. ‘De Nederlandse overheid is zeer alert. Ik weet hoe andere overheden werken, reageren en prioriteiten stellen. Maar de mate en manier van ondersteuning blijft een politieke keuze.'

 

Dat embedded systemen van groot economisch belang zijn, is inmiddels zonneklaar. De opstellers onderstrepen in hun roadmap nog maar eens dat de concurrentiepositie van het Nederlandse MKB op het spel staat als we niet investeren in embedded systemen. De komende tien jaar zal de helft van de kleine en middelgrote bedrijven verdwijnen als ze niet in staat zijn om de nodige knowhow op het gebied van embedded systemen te absorberen en in hun producten en services op te nemen. Ook is het nodig om voldoende experts op te leiden. Van Mourik: ‘Als bedrijven en universiteiten een vooraanstaande rol in embedded systemen willen spelen, dan moet de overheid daarin investeren. Ik pleit voor een verhoogde inspanning. Niet alleen voor subsidiestromen naar bedrijven, ook naar scholen en universiteiten. Er moet vanuit de overheid meer budget beschikbaar komen om dit soort activiteiten te ondersteunen. Anders zijn we straks alleen een handels- en serviceland.'