ITEA is the Eureka Cluster on software innovation
ITEA is the Eureka Cluster on software innovation
16 June 2003 · Source: PT Embedded Systems · Download PDF

Kleine software-bedrijven profiteren van 'ITEA'-subsidie

© 2003 PT Embedded Systems

 

Precompetitief onderzoek in de Nederlandse praktijk

 

Research die niet direct commercieel toepasbaar is, toegang tot subsidiekanalen en ook nog Europese samenwerking - het lijkt allemaal voorbehouden aan grote ondernemingen. Maar is dat ook werkelijk het geval? We vroegen het aan een aantal kleinere software-bedrijven die meedoen aan ITEA. Hieruit bleek dat zij geen enkele extra handicap ondervinden.

 

Hans van Thiel

 

Eerder werd in dit blad*) aandacht besteed aan het ITEA-raamwerk voor onderzoek naar software-intensieve systemen. Toen kwam het onderzoeksgebied aan de orde. Deze keer vraagt PT Embedded Systems een vijftal Nederlandse organisaties vooral naar de praktische aspecten van deelname. Een van de conclusies die uit de gesprekken naar voren komen is dat er wel risico's verbonden zijn aan het investeren in een ITEA project, maar dat geldt evenzeer voor de grotere bedrijven en instellingen. Een ITEA project kan potentieel veel opleveren, maar het aanlooptraject wil nogal eens tegenzitten.

 

De praktische ervaringen met ITEA projecten - positief en negatief -zijn even divers als de organisaties die, in samenspraak met het in Eindhoven gevestigde ITEA kantoor, door ons werden benaderd. We selecteerden vier bedrijven en één onderzoeksinstelling. Alle vijf houden ze zich bezig met software-intensieve systemen en ze zijn betrokken bij drie verschillende ITEA projecten. Dat zijn achtereenvolgens 'Moose', 'Ambience' en 'TT-Medal'.

 

'Moose' richt zich op software-engineering methodologie, 'Ambience' op 'ubiquitous computing' in combinatie met 'social user interfaces' en 'TT-Medal' op de ontwikkeling van testmethoden, tools en technieken op basis van een ETSI teststandaard. We waren vooral geïnteresseerd in de ervaringen van kleinere bedrijven met de combinatie van embedded software onderzoek, Europese samenwerking en nationale subsidie aanvragen en drie van de vijf geïnterviewden behoren dan ook tot die categorie.


Gebruikersinterfaces

 

Neem bijvoorbeeld het bedrijf Epictoid uit Amsterdam, dat zich bezighoudt met animatietechnologie en dit jaar haar eerste product 'CharToon' heeft uitgebracht. Epictoid doet in het kader van het Ambience-project onderzoek naar software in een grootschalig gedistribueerd netwerk, die zich kan aanpassen aan de gebruiker. Epictoid doet dat samen met zeventien partners uit zeven Europese landen. Een van de drie deelprojecten waar Epictoid een bijdrage aan levert, is een intelligente assistent voor het kiezen van videofilms op aanvraag via de kabel. Deze digitale voorlichter, van France Telecom, baseert zich op de voorkeuren van de abonnee en conformeert zich ook qua uiterlijk daaraan.


Epictoid is opgericht door voormalige onderzoekers uit de 'social user interfaces group' van het CWI (Centrum voor Wiskunde en Informatica) en ook de contacten met ITEA zijn oorspronkelijk daaruit voortgekomen. "Philips vroeg ons of we aan Ambience mee wilden doen," vertelt Paul ten Hagen van Epictoid," en toen we zeiden dat we bezig waren met het oprichten van een bedrijf werden we nog sterker aangemoedigd."

 

Mobiele Radio


Rohill uit Hoogeveen is geen startende onderneming, maar werkt al sinds 1976 op het gebied van Private Mobile Radio (PMR) systemen. Dergelijke beveiligde communicatie-systemen zijn vooral in gebruik bij nooddiensten. Binnen die markt waarin Motorola, Nokia en Marconi de grootste zijn, is Rohill een succesvolle niche-speler. Op dit moment worden hier systemen ontwikkeld, geproduceerd en verkocht volgens de TETRA (Terrestial Trunked Radio) standaard van de ETSI. "TETRA is voor professionele mobiele radio applicaties voor mission critical toepassingen, wat GSM en UMTS is voor publieke cellulaire telefonie," zegt Frits Greuter van Rohill. "Ons project voor een multi-protocol chipset was een MEDEA+ (Micro Electronics Development for European Applications) project. Daarin hebben we met onder andere EADS Telecom samengewerkt. Op het gebied van software-ontwikkeling hebben we ervaring met een project uit een vorige ITEA-ronde, SIRENA. Het lag voor de hand om met dezelfde partners, Schneider uit Frankrijk en Bosch uit Oostenrijk, in ITEA verder te gaan maar dat is niet gelukt. We zijn daarom zeer geïnteresseerd om met Thales te participeren in het Merced-project waarbij ook de UT Twente betrokken is."

 

Softwarekwaliteit


Het derde bedrijf dat we spraken is Improve Quality Services uit Valkenswaard. Hun specialisme is consultancy en training op het gebied van softwarekwaliteit en testen. Met twaalf medewerkers is ook Improve een voorbeeld van een kleine hi-tech onderneming. Het bedrijf adviseerde onder meer Océ over de quantificering van de softwarekwaliteit in hybride kopieer- en afdrukapparaten. Diverse medewerkers hebben gepubliceerd over kwaliteitsmanagement, bruikbaarheid, testen en software-inspecties.

 

Eric van Veenendaal over samenwerking en subsidietrajecten: "Op nationaal gebied hadden we goede ervaringen met het Metric Based Test Maturity Model (MBTMM) project. Philips, de TU Eindhoven, Thales Nederland waren enkele van onze partners hierin en de subsidieverlening verliep zonder problemen. Maar in het kader van ITEA gaat het toch wat moeizaam. Het TT-Medal-project naar geavanceerde testmethodieken is door de Nederlandse susbsidiegever afgewezen. Er wordt intussen wel weer gewerkt aan een tweede, herziene, aanvraag."


Technische software


"Het geld moet in Nederland allemaal uit dezelfde pot voor internationale technologische samenwerking komen. Je moet bij wijze van spreken concurreren met een project over de veredeling van tomaten," vertelt Rini van Solingen van LogicaCMG. De afdeling Technische Software Engineering van LogicaCMG in Rotterdam heeft honderdveertig medewerkers en doet met dertien partners uit Nederland, Finland en Spanje mee aan het Moose-project over software-engineering methodologieën. Dit tweejarig onderzoek zal tot februari 2004 lopen. Daaraan doen onder meer Philips, ASML en Nokia mee. Er wordt vooral naar ontwikkeling van embedded systems gekeken. Een van de eerste resultaten is een inventarisatie, uitgevoerd door de IT-faculteit van de TU Delft, van de software-technologieën die daadwerkelijk bij de deelnemers in gebruik zijn.

 

Rini van Solingen is de projectleider van Moose en ook betrokken bij TT-Medal. "Het is de kracht van ITEA dat het echt uit de industrie voortkomt," vertelt hij, "maar het is een nadeel dat de financiering door de nationale overheden moet gebeuren. Al die trajecten zijn verschillend en als een project in Frankrijk of Duitsland geen geld krijgt omdat daar bezuinigd wordt of om een andere reden, dan kunnen die partners dus niet beginnen. Zo is voor TT-Medal bijvoorbeeld de Nederlandse financiering niet van de grond gekomen."

 

Wetenschap


Jos Baeten van de Technische Universiteit Eindhoven heeft als externe reviewer en als onderzoeker, ook in het kader van Embedded Systems Institute, een ruime ervaring met ITEA projecten opgebouwd. Over de praktische kanten zegt hij:
"Omdat de financiering zo verschillend is, blijkt het soms moeilijk om in Europees verband gelijktijdig aan een ITEA-project te beginnen. Je loopt het risico dat je kosten moet maken - terwijl de aanvraag voor subsidie uiteindelijk niet rond komt. Om die reden doen wij niet meer mee met de herziene TT-Medal-aanvraag, hoe jammer dat ook is, want het is een heel interessant onderzoek. De collega's van het CWI doen dat wel en wij hebben de afspraak dat zij ons op de hoogte houden. Intussen zijn de Finnen en de Italianen al bezig - in die landen wordt het wel gesubsidieerd. Een ITEA project kan potentieel veel opleveren, maar het aanlooptraject wil nogal eens tegenzitten."


Samenwerking


Meedoen met ITEA betekent ook Europese samenwerking en dit aspect werd door alle geïnterviewden als positief ervaren. Voor Rohill bijvoorbeeld is de kans om zakelijke contacten te leggen een belangrijke reden om bij ITEA betrokken te blijven, ook al is de inpassing in een nieuw project (nog) niet van de grond gekomen. De samenwerking binnen Ambience en Moose verloopt hoofdzakelijk via email, maar beide projecten kennen ook bijeenkomsten waar onderzoekers elkaar persoonlijk kunnen spreken. Bij Moose gebeurt dat elke twee maanden en Ambience organiseert twee maal per jaar een tweedaagse workshop. Voor de kleinere partners kan het wat veel tijd kosten, aldus Moose-projectleider Rini van Solingen, en zij komen soms alleen wanneer de bijeenkomst in eigen land wordt gehouden.

 

Meer informatie: http://www.mooseproject.org/, www.extra.research.philips.com/euprojects/ambience/, http://www.itea-office.org/

 

*) Ger van den Broek, 'Roadmap geeft overzicht van ontwikkelingen', ITEA verricht grootschalig onderzoek naar software intensieve systemen,' PT Embedded Systems nr.7/8, p. 26 - 29 (2002)

   

Wat doet ITEA en wat niet?

 

ITEA, Information Technology for European Advancement, ondersteunt marktgeoriënteerd onderzoek naar software-intensieve systemen en wordt zelf gefinancierd binnen het EUREKA kader van de Europese Unie. Deelname aan ITEA staat open voor zowel universiteiten, onderzoeksinstellingen als het bedrijfsleven. Aan elk onderzoeksproject moeten echter, volgens de EUREKA richtlijnen, tenminste twee organisaties uit twee verschillende Europese landen meedoen.

 

Vanaf de oprichting in 1999 heeft ITEA ongeveer vijftig projecten met een gezamenlijke omvang van 7300 mensjaren begeleid. Een doorsnee project beslaat veertig tot 250 mensjaren en duurt twee jaar. Het onderzoeksgebied is nader gedefinieerd in het ITEA 'Rainbow Book', in de opvolger hiervan het 'IRIS Book' en de ITEA 'Technology Roadmap on Software Intensive Systems'.

 

Wie zelf een onderzoek wil opstarten kan een zogeheten Project Outline indienen. Elk jaar wordt in januari een oproep hiertoe bekendgemaakt en het ITEA kantoor organiseert bijeenkomsten van mogelijke deelnemers. Ook via de website kan naar (Europese) partners worden gezocht.

 

Een Project Outline wordt door deskundigen die door ITEA zijn aangewezen beoordeeld - na goedkeuring moet dan een Full Project Proposal (FPP) worden ingediend. Als ook het FPP is goedgekeurd, dan wordt het onderzoeksplan een officieel ITEA project. ITEA verzorgt echter niet de financiering van haar projecten, ook niet gedeeltelijk. De deelnemers moeten allemaal bij hun nationale overheden subsidie aanvragen en de procedures en voorwaarden hiervoor verschillen in het algemeen van land tot land.

 

In Nederland verlopen de aanvragen via SENTER en ITEA projecten moeten gewoon mee concurreren met alle andere voorstellen die daar binnenkomen. Als er daadwerkelijk steun wordt verleend is de hoogte daarvan, voor zgn. pre-competitief onderzoek, ruwweg een derde van de loonkosten.

 

Website: http://www.itea-office.org/

 

 

 

  

 
 

Related projects

ITEA 1 Call 3
Winner Achievement Awards 2003
project header

Ambience

Ambience

Context Aware Environment for Ambient Services

ITEA 1 Call 4

MOOSE

Software Engineering Methodologies for Embedded Systems

ITEA 1 Call 5
Winner Achievement Awards 2005
project header

TT-Medal

TT-Medal

Test & Testing Methodologies for Advanced Languages