ITEA-miljarden hard nodig in concurrentieslag met VS en Japan 'Bruut geweld R&D-kapitaal VS en Japan niet met slimheid te compenseren'
[publication:212]
'Bruut geweld R&D-kapitaal VS en Japan niet met slimheid te compenseren'
by Maud Geerbex
Evert van Loenen van Philips Research gooit een stoffen dobbelsteen op de grond. Op het computerscherm achter hem verschijnt een afbeelding van de worp. De computer kan dus 'zien' welke kant boven ligt. Van Loenen is de leider van het ITEA-project 'Ambience', dat zich richt op ambient intelligence in huis, op kantoor en in openbare gebouwen. Technologie die zich aan mensen aanpast in plaats van andersom. 'Ik weet hoe ik met een dobbelsteen moet omgaan, die computer niet. Nou, laat hem dat dan maar leren', vat Van Loenen het principe samen.
Software bepaalt steeds meer hoe ons leven er uitziet. ITEA lichtte tijdens haar 'Building the Digital Future'-congres vorige maand in de Koepelkerk van Amsterdam een tipje van de technologische sluier op. In een expositie presenteerden zich bijna alle lopende en afgeronde projecten die ITEA ondersteunt. Lezingen richtten zich op de toekomst.
Cijfers VS, uitgedrukt als percentages van het wereldtotaal |
ITEA heeft als ambitieuze doelstelling Japan en de VS nog vóór 2010 in te halen in softwareontwikkeling. Daarvoor werd het programma in 1999 opgericht vanuit het overkoepelende EU onderzoeksprogramma Eureka. Om dat doel te bereiken moet er meer geld naar softwareprojecten en moeten Europese bedrijven beter samenwerken, aldus de organisatie. Tot 2007 streeft ITEA ernaar om voor haar projecten 3,2 miljard euro los te krijgen. Dat geld komt voor de helft van de d eelnemende bedrijven en voor de andere helft van nationale overheden. | |
Bevolking VS: R&D-budget: |
4,7% 31,5% 36,0% 40,6% | |
De percentages in de tabel geven aan welk deel van de wereldbevolking in de VS woont, welk percentage van het wereldtotaal het Bruto Nationaal Product van de VS vormt, hoeveel van het geld dat er in defensie wordt geïnvesteerd Amerikaans is, en hoeveel van het wereldwijde R&D-budget in de VS wordt uitgegeven. Dit laatste percentage ligt voor Europa volgens het ITEA Office in Eindhoven tussen de 20 en 25 procent. |
ITEA hamert erop dat haar visie sinds 1999 alleen maar belangrijker is geworden. De organisatie is inmiddels het middelpunt in de ontwikkeling van embedded en gedistribueerde software. Maar er is nog veel te doen. De kloof ten opzichte van de VS en Japan wordt nog steeds groter. Kees van Mourik, directeur van het ITEA-office, geeft aan dat de Amerikanen in 2000 2,7 procent van het Bruto Nationaal Product in R&D stopten, de Japanners zelfs 3 procent. Europa blijft ver achter met nog geen 2 procent. 'De totale ICT-markt in 2001 was in de VS 783 miljard dollar waard, in Europa 673 miljard', zegt Kees van Mourik. 'Als we kijken naar de Europese handelsbalans, zien we dat we in de ICT voor 154 miljard dollar importeren. De export levert maar 116 miljard dollar op.'
'Extra geld is hard nodig, dat is met slimheid niet te compenseren', stelt Paul Mehring, voorzitter van de ITEA-raad tijdens de persconferentie. De boodschap luidt: de digitale toekomst is niet te ontwijken. Daarom is het belangrijk om flink te investeren, ook nu het economisch wat minder gaat.
Met dat geld moet Europa aan een digitale, pc-loze toekomst bouwen waarin alles met alles in verbinding staat. Cesar Vohringer, chief technology officer van Philips CE schetste bijvoorbeeld 'The Connected Home', een droomhuis waarin alle componenten geïntegreerd zijn en naadloze interoperabiliteit tussen clusters bestaat. Voorlopig is het nog toekomstmuziek, maar ITEA is er van overtuigd dat die huizen er gaan komen. 'Het begint met een deel van de bevolking, een kleine elite, die een deel van de mogelijkheden gebruikt', geeft Vohringer aan. 'Waarschijnlijk zal dat niet hier, maar in Japan zijn. Eerst krijgen audio- en videotoepassingen steeds meer mogelijkheden. Langzaam breiden die mogelijkheden uit naar andere gebieden en andere continenten.' Paul Mehring vult hem aan: 'Entertainment, beveiliging en gezondheid zijn nu aparte industrieën. Die zullen steeds meer naar elkaar toe groeien.' Vooral beveiliging krijgt steeds meer aandacht. 'Wat begint in de entertainmentindustrie en in professionele security, zal uiteindelijk leiden tot gezondheid en beveiliging in je huis', aldus Mehring.
Het genoemde onderzoeksproject 'Ambience' richt zich op 'The Connected Home'. De omgeving is context aware, wat wil zeggen dat de technologie reageert op behoeftes, gewoontes en emoties van bewoners van het huis. Het project concentreert zich vooralsnog op entertainment. Anders dan het soortgelijke 'Aware Home'-project van Georgia Institute of Technology is het geen pre dat de technologie mensen in staat stelt langer zelfstandig te blijven wonen. Maar omdat de systemen reageren op afwijkende emoties en gedrag is een link naar de gezondheidszorg niet uit te sluiten, geeft Evert van Loenen aan. Software is niet het enige onderzoeksgebied dat aandacht krijgt van ITEA. Van Loenen roemt de interdisciplinaire opzet, waarin onder meer IT'ers, elektrotechnici en psychologen samenwerken. In het HomeLab van Philips in Eindhoven bestuderen de 'Ambience' onderzoekers gebruikers van de ambient-technologie. Mensen worden in het huis gezet, en als een soort big brother kijken de wetenschappers hoe ze omgaan met de software. Van Loenen: 'Je weet nooit wat mensen doen als dit soort huizen echt gebouwd wordt, maar de evaluatie van de gebruikers is een belangrijk onderdeel van het programma.'